De Bazenfabriek
Hoewel de kreet ‘Ik verveel me’ pubers niet vreemd is, is het niet fijn als jongeren aangeven dat er permanent te weinig te doen is in hun woongebied. De gemeente Loppersum wilde daarom de mogelijkheden verkennen voor het opzetten van een plek waar jongeren kunnen werken aan creatieve projecten en talentontwikkeling op het gebied van technologie.
”Hoe moet zoiets er dan uitzien? De gemeente had hier al een beeld bij. Geïnspireerd door de Digital Art Factory (DAF) in Assen, wilden ze een Loppersums equivalent.
We namen de opdracht van de gemeente ter harte, om deze vervolgens weer compleet los te laten. Onze ervaring leert namelijk dat bij zo’n proces het ‘meebewegen’ een cruciale eigenschap is. Gemeenten kunnen goed piketpaaltjes slaan: ze zijn gewend om iets te bedenken en dan iemand te vinden die dat plan volgens de vooraf gestelde contouren uitvoert. Wat die werkwijze mist, is flexibiliteit. Onze werkwijze wordt getypeerd door het niet bang zijn die contouren en zelfs het einddoel los te laten, en de ménsen om wie het gaat centraal stellen, om vervolgens een eindresultaat te verkrijgen dat écht werkt. Ergo: geen gemeenschapsgeld te verspillen.
Vanaf het begin bespraken we met de opdrachtgever dat het eindresultaat wellicht niet exact zou worden zoals zij voor ogen hadden. Dat vonden ze spannend, maar ze gingen er enthousiast in mee. We gingen in onze aanpak uit van twee dingen:
- samen met de jongeren optrekken in het opzetten van deze plek; en
- zo veel mogelijk gebruik maken van wat er al is.
We zijn begonnen met een uitgebreid gesprek over onze werkwijze en hun visie. Daarna volgde een inventarisatie van wat er allemaal al was en werd gedaan in de gemeente, samen met een aantal ambtenaren en jongerenwerkers. Het verliep voorspoedig… Tot corona kwam.
”Omdat allerlei evenementen afgelast werden, hebben we in samenspraak met de gemeente een zomerprogramma opgezet.
Waar we een projectnaam graag samen met de jongeren hadden willen bedenken, moest dat ineens zonder hen, om de online communicatie op gang te kunnen brengen. We kwamen tot een naam die aansloot bij de belevingswereld van jongeren: ‘De Bazenfabriek’. Hoewel we veel exposure hadden, viel het resultaat wat tegen. We werkten verder met diverse organisaties in de regio, zoals jongerenwerk, IVAK en de plaatselijke bibliotheken. Met hen kwamen we tot de conclusie dat we geen nieuwe organisatie wilden oprichten, maar graag met hen en anderen dit project verder wilden brengen.
Met het zomerprogramma konden we de bekendheid van de Bazenfabriek vergroten, testen welke activiteiten wel en niet zouden aanslaan én in contact komen met jongeren. Het programma vond in vijf verschillende dorpen plaats en was over het algemeen een groot succes. We bereikten vele kinderen en jongeren, haalden ideeën op en kregen uitgebreide media-aandacht.
”Op basis van dit hele proces en in constante samenspraak met zowel gemeente als allerlei betrokken partijen hebben we een advies opgesteld dat afweek van het oorspronkelijke plan.
Een aanpak die werkt
Er ontstonden intensieve verbindingen tussen diverse organisaties. Daarin betrokken we ook dorpsorganisaties, gerund door vrijwilligers. Langzamerhand merkten alle organisaties dat het vergroten van het welzijn en de leefbaarheid van jongeren, belangrijker is dan eigen organisatiedoelen. Het werd echt samenwerken, door het onderlinge vertrouwen samen aan iets moois te werken. Hoewel de jongeren lastig te bereiken waren, ontstond er tijdens de zomertour veel enthousiasme voor allerlei activiteiten. We bouwden een bestand op met namen en hebben een klein groepje jongeren dat vast betrokken is en meedenkt. Dit is het punt waarop Bries haar handen er weer vanaf trekt. Er komt een plaatselijke jongerencoach die samen met de betrokken organisaties De Bazenfabriek blijvend leven inblaast.
Bekijk alle plannen, conclusies en belangrijke lessen in onze online publicatie!